Ter herinnering aan Giovanni Narcis Hakkenberg 1923- 2013

Op 6 december 1923 werd Giovanni Narcis Hakkenberg in Soerabaja geboren. Vanwege zijn gevoeligheid voor malaria bracht hij een deel van zijn jeugd door in het binnenland, in de plaats Dampit. In de middelbare schoolperiode keerde hij weer terug naar de stad Soerabaja.

Vanwege de toegenomen oorlogsdreiging werd in de periode 1940-1941 in Nederlands Oost-Indië extra personeel geworven voor de strijdkrachten.  Reeds op 17-jarige leeftijd werd Giovanni Hakkenberg als  lichtmatroos aangenomen op 14 februari 1941 in de Marinekazerne Goebeng in Soerabaja. Na de Japanse aanval op Pearl Harbor verklaarde ook Nederland de oorlog aan Japan. Hakkenberg nam als opvarende van Hr.Ms. Kortenaer deel aan de Slag in de Javazee, waarbij de Kortenaer getorpedeerd werd. Hij werd gewond uit zee opgepikt en belandde in een hospitaal in Soerabaja. Na de capitulatie van Nederlands-Indië  kwam hij in Japanse krijgsgevangenschap. Als krijgsgevangene werd hij tewerkgesteld in Thailand en Japan.

Na  zijn bevrijding uit krijgsgevangenschap in 1945 meldde hij zich aan voor de Marinebewakingsafdeling in Batavia. In mei 1946 werd hij overgeplaatst naar de Veiligheidsdienst van de Mariniersbrigade in Soerabaja. Vanwege zijn in Soerabaja en Dampit opgedane kennis van de taal en het volk was het voor hem mogelijk om gemakkelijk contact te maken met de bevolking. Door zijn bravoure durfde hij zich in situaties te begeven die voor anderen mogelijk te gevaarlijk waren. Hij was dan ook een succesvolle medewerker van de Veiligheidsdienst, waarvan de resultaten niet onopgemerkt bleven.

Bij Koninklijk Besluit van 6 maart 1951 werd hij dan ook benoemd tot Ridder der 4e klasse der Militaire Willems-Orde wegens:

“Het zich in de strijd onderscheiden hebben door uitstekende daden van moed, beleid en trouw als commandant van een detachement van de Veiligheidsdienst van de Mariniersbrigade van september 1947 tot mei 1949 bij de bestrijding van terroristische benden in Oost-Java, waarbij hij aan het hoofd van een zeer kleine groep  –  somtijds niet sterker dan drie tot vijf man  -  met een fanatieke aanvalsgeest deze numeriek sterkere en goed bewapende benden wist op te sporen en verrassend aan te grijpen, hun daarbij gevoelige verliezen aan manschappen en wapenen toebrengend, zonder zelf verliezen te lijden, te weten: door zijn op een uitnemende kennis van taal, land en volk, steunend beleid en onverschrokken optreden, achtereenvolgens en in het bijzonder:
a.    op 24 augustus 1948 in Daragowak de invloedrijke bendeleider Pa Tai met vijf zijner handlangers te arresteren;
b.    op 25 october 1948 in de kampong Djakarta een geïnfiltreerde T.N.I.-groep te overrompelen en gevangen te nemen;
c.    op 7 en 19 april 1949 ten zuiden van Mentoeroes de overmachtige tegenstander gevoelige verliezen toe te brengen;
d.    op 14 februari 1949 te Bodag verscheidene uit bestuursoogpunt belangrijke personen te overmeesteren en daarbij een archief van de chef staf van de T.N.I. met zeer waardevolle gegevens in handen te krijgen;
e.     op 6 maart 1949 te Nitikan de republikeinse resident van Madioen te arresteren en deze met enige andere gevangenen, ondanks heftig verzet, veilig het eigen hoofdkwartier binnen te brengen.”

Na de soevereiniteitsoverdracht in december 1949 aan de Republiek Indonesië arriveerde Hakkenberg in januari 1950 als tijdelijk sergeant der mariniers in Nederland, waar hij het gewone leven als onderofficier in vredestijd moest zien op te pakken.  In Nederlands Nieuw-Guinea kreeg hij de kans  opnieuw zijn kennis van de Maleise taal en van het opereren als militair in de tropen te gebruiken. In  1954, 1958 en voor de laatste keer in 1961 werd hij voor een term in het laatste stuk tropisch Nederland in de Oost geplaatst. De laatste term in Nieuw-Guinea was de meest bijzondere: als kaderlid van het Papoea Vrijwilligerskorps mocht hij meehelpen bij de opbouw van een eigen strijdmacht van de inwoners van westelijk Nieuw-Guinea.  Ook voor hem was de teleurstelling groot toen eind 1962 het gezag over het gebied werd overgedragen aan de Verenigde Naties en vervolgens aan Indonesië.

Hakkenberg vervolgde zijn loopbaan binnen het Korps Mariniers en ging met eervol ontslag op 1 september  1974, als luitenant ter zee van vakdiensten der 2e klasse oudste categorie. Als een gewaardeerd marinier en als ridder der Militaire Willems-Orde was hij een graag geziene gast bij belangrijke gebeurtenissen binnen en buiten het korps. Hij overleed op 15 februari 2013 op 89-jarige leeftijd.

In het Mariniersmuseum vindt u op dit moment een tijdelijke expositie over Giovanni Hakkenberg.

Een vijftal leden van de Veiligheidsdienst van de Mariniersbrigade, vermoedelijk in 1946. Linksboven Giovanni Hakkenberg. (inv.n
Een vijftal leden van de Veiligheidsdienst van de Mariniersbrigade, vermoedelijk in 1946. Linksboven Giovanni Hakkenberg. (inv.n
Sergeant der mariniers Hakkenberg aangetreden met een sectie van het Papoea Vrijwilligerskorps in de Arfaikazerne bij Manokwari,
Sergeant der mariniers Hakkenberg aangetreden met een sectie van het Papoea Vrijwilligerskorps in de Arfaikazerne bij Manokwari,
Tijdens het defilé ter gelegenheid van de 335e korpsverjaardag in 2000 zijn drie ridders in de Militaire Willems-Orde aanwezig o
Tijdens het defilé ter gelegenheid van de 335e korpsverjaardag in 2000 zijn drie ridders in de Militaire Willems-Orde aanwezig o